Larimar is de edelsteenbenamimng voor (licht)blauwe massieve pectoliet die gevonden wordt in de Dominicaanse Republiek. De kleur ontstaat door een klein percentage koper en doet wat denken aan turquoise. De naam is een samentrekking van Larissa, zoals de dochter van de ontdekker heette, en het Spaanse woord mar = zee.
Turquoise werd al 7000 jaar geleden gewaardeerd als edelsteen. De naam komt van "pierre turqoise", Turkse steen, omdat via Turkije de edelsteen uit het vroegere Perzië naar Europa kwam. Turquoise is een koperfosfaat . De kleur variëert van hemelsblauw to blauwgroen tot groen. Vaak vertoont het donkere adertjes en insluitsels van pyriet en calciet. Turqoise kan vrij poreus zijn. Daarom kan het geïmpregneerd worden met kunsthars om het harder te maken. Ook kan het gebeitst worden. Turquoise kan verkleuren van blauw naar groen en is gevoelig voor chemicaliën. Belangrijke vindplaatsen nu zijn New Mexico, Colorado en Nevada.